contact@suzannebekkers.nl

Het lezen van etiketten kan een ontzettend grote bijdrage leveren aan het maken van de juiste en meest verantwoorde keuze in de supermarkt. Door de etiketten van twee vergelijkbare producten naast elkaar te houden en te vergelijken, kan je kiezen voor het product met bijvoorbeeld het minste aantal kilocalorieën, vetten of suikers. Maar waar let je op?! En wat betekenen sommige teksten?!

Tegenwoordig zijn er een hoop regels verbonden aan wat er allemaal op een etiket moet staan. Van het land waar het product gemaakt is tot aan de houdbaarheidsdatum zijn er hele precieze eisen over hoe dit op de verpakking moet staan. Wat precies op een etiket moet staan is vastgelegd in de Warenwet Informatie Levensmiddelen (WIL) en in de Europese Wet Voedselinformatie. De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit houdt hier toezicht op. Wat wel en niet op het etiket staat, hangt bijvoorbeeld af van de manier waarop het product is verpakt.

Vanaf 13 december 2016 moet op ieder product een voedingswaardedeclaratie moet staan. Dit houdt in dat precies moet worden vermeld hoe veel energie, vetten, verzadigde vetten, koolhydraten, suikers, voedingsvezels, eiwitten en zout er in een product zitten. En dat is dan weer erg handig! Want door juist naar die gegevens te kijken en deze met elkaar te vergelijken, kan jij een bewuste en gezonde keuze maken. Hieronder een lijstje van 6 makkelijke weetjes en tips over het etiket die jou kunnen helpen bij het maken van jouw keuze:

 

1. Kijk naar de volgorde van de ingrediënten

Natuurlijk is de fabrikant verplicht om alle ingrediënten die zijn toegevoegd aan een product duidelijk te vermelden. Een handig weetje is dat hij dient te beginnen met het ingrediënt wat het meeste voorkomt in het product. Als je naar de ingrediëntenlijst kijkt zie je dus altijd voorop staan welk ingrediënt het meeste voorkomt in een product en dit loopt zo af tot aan het ingrediënt wat het minste voorkomt. Op het onderstaande etiket zie je dus dat deze krokante muesli voornamelijk bestaat uit havervlokken. Let hier bijvoorbeeld eens op wanneer je ontbijtkoek, ‘pauzekoeken’ of mueslirepen koopt. Negen van de tien keer staat het woord suiker voorop!!

 

naamloos123

2.Over suiker gesproken…

Heb jij enig idee hoe veel verschillende benamingen er zijn voor suiker? Om het de consument lekker moeilijk te maken bestaan er tegenwoordig wel 100 benamingen voor suiker. Zoals je op het bovenstaande etiket kunt lezen is er aan deze krokante muesli karamelstroop toegevoegd. Klinkt misschien wat minder ongezond dan wanneer daar suiker zou staan, maar niets is minder waar.

Suiker, basterdsuiker, dextrose, druivensuiker, (fructose-)stroop, glucose-fructose stroop, invertsuiker, kandij (-suiker), kristalsuiker, maltodextrine, kokosbloesemsuiker, ahornsiroop, maple sirup, melasse (-stroop), rietsuiker, sacharose, sucrose, vanillesuiker…

Allemaal benamingen voor suiker die je terug kunt vinden op een etiket. En dit is nog niet eens de helft! Laat je niet voor de gek houden door deze verschillende termen, want ze houden allemaal precies hetzelfde in. Wil je bewust omgaan met suiker en hier op letten bij het kopen van producten, let dan goed op alle verschillende termen en niet alleen op het woordje suiker.

3. Kijk niet alleen naar calorieën, maar vergelijk ook de overige voedingswaarden

Veel mensen zijn geneigd om te kijken naar het aantal kilocalorieën wanneer ze een product kopen. Daar is natuurlijk niets mis mee, het is al heel goed dat hier naar wordt gekeken. Maar een product dat veel energie bevat, hoeft niet per definitie ongezond of slecht te zijn. Om te kunnen beoordelen of een product qua voedingswaarden een goede keuze is heb je meer informatie nodig dan het aantal kilocalorieën alleen: je hebt informatie nodig over welke voedingsstoffen deze calorieën leveren.

Daarom staan naast het aantal kilocalorieën ook de andere voedingsstoffen beschreven. Op de achterkant van het etiket staat ook beschreven hoe veel vetten, verzadigde vetten, koolhydraten, voedingsvezels, eiwitten en zout een product bevat. Bij koolhydraten wordt vaak ook nog specifiek ‘waarvan suikers’ genoemd, zodat je weet hoe groot het aandeel van suiker is binnen het totaal aantal koolhydraten. Daarnaast wordt er bij vetten ook een onderscheid gemaakt tussen verzadigd vet en onverzadigd vet. Om te onthouden wat hier het verschil tussen is, is er een makkelijk ezelsbruggetje: Onverzadigd vet begint met de O van Oké en verzadig vet begint met de V van Verkeerd.

Naast deze voedingsstoffen worden soms ook nog vitamines en mineralen benoemd. Omdat dit niet verplicht is laat de fabrikant dit vaak achterwege.

 

4. Vergelijk de juiste hoeveelheden met elkaar

Bij punt drie lees je dat je goed moet kijken naar de voedingswaarden. Deze geven precies aan hoe veel energie en voedingsstoffen er in een product zitten. Op de achterkant van een product staat dus een lijst met van boven naar onder het aantal kilocalorieën, de hoeveelheid vetten, verzadigde vetzuren, koolhydraten, suikers, voedingsvezels, eiwitten en zout. De waarden van deze voedingsstoffen worden weergegeven per 100 ml of gram én eventueel ook per portie. Wanneer je de voedingswaarden van twee vergelijkbare producten naast elkaar houdt, vergelijk deze dan altijd per 100 ml of gram! Niet iedere fabrikant beschrijft namelijk dezelfde portiegrootte. Zo kan de fabrikant ons gemakkelijk op het verkeerde been zetten en ons doen denken dat een product maar weinig energie bevat. Terwijl, wanneer je goed kijkt, je ziet dat de beschreven portiegrootte misschien wel helemaal niet overeenkomt met een portie zoals jij hem gebruikt of zoals op een ander product wordt weergegeven.voedingswaarden-vooraknt

 

Tegenwoordig zie je op de voorkant van een etiket ook vaak een voedingswaardetabel, zoals op de afbeelding hiernaast. In deze tabel wordt altijd de voedingswaarde per portie beschreven! Dus keer liever even de verpakking om, zodat je goed kijkt naar de juiste waarden.

5. Light is niet altijd een betere keuze

Als er op een product staat: ‘rijk aan calcium’ of ‘light’ heet dat een voedingsclaim. Deze claims moeten voldoen aan regels die door de EU bepaald zijn. Een voedingsclaim, zoals ‘light’ is een mooi trucje voor de fabrikant om jou te misleiden. Het klinkt meteen een stuk gezonder, maar dit is niet altijd het geval.

De term ‘light’ mag een fabrikant op een verpakking zetten wanneer het product 30% minder energie, suiker of vet bevat dan het originele product. Bij frisdranken is het zo dat een light frisdrank ook daadwerkelijk geen energie bevat. Dat is fijn, want er zit dus helemaal geen suiker in en dat is een groot verschil met een reguliere frisdrank.

Maar bij pindakaas is dit een ander verhaal! Het verschil in energie is maar 100 kilocalorieën per 100 gram, maar in de light versie zitten veel meer koolhydraten en minder vet. Terwijl de goede vetten in pindakaas het juist een gezond product maken! Omdat de fabrikant 30% vet uit het product gehaald heeft, mag het nu de term light dragen. Om het product toch een lekkere smaak te geven heeft hij er dan wel weer meer suiker aan toegevoegd, maar dat wordt natuurlijk niet net zo enthousiast niet vermeld.

Het is zeker niet zo dat de term ‘light’ nu een term is waar je niet op moet letten of dat de gewone versie altijd beter is. Er zijn zeker producten waarbij het wel verstandig is om te kiezen voor light, maar ik wil hiermee aangeven dat je hier goed zelf op moet letten! Bij pindakaas en chips is het zeker niet beter, maar bij bijvoorbeeld frisdrank is het wel gunstiger! Houd eens twee vergelijkbare producten naast elkaar en kijk zelf wat nou eigenlijk het verschil is.

 

6. Een product met de term biologisch is niet per definitie gezonder

De term biologisch is wettelijk beschermd. Een fabrikant mag niet zomaar zeggen dat een product biologisch is, maar hier zitten flink wat eisen aan. De term biologisch heeft betrekking op de landbouwmethode. Aan de biologische landbouw en veehouderij zitten strenge regels wat betreft de omgang met milieu, dierenwelzijn en de natuur.

Biologische boeren gebruiken vrijwel geen chemische of synthetische bestrijdingsmiddelen en ze houden rekening met het natuurlijke gedrag van de dieren. Zo gebruiken ze vogels om insecten weg te houden bij de gewassen en mogen de varkens gewoon door de modder rollen.

Natuurlijk ontzettend goed om biologisch te kiezen om bovenstaande redenen. Maar een veelgemaakte denkfout is dat biologisch ook daadwerkelijk gezonder is. Dit is niet het geval. Onderzoek naar individuele producten laat zien dat biologische producten over het algemeen minder resten van bestrijdingsmiddelen bevatten dan gangbare producten, maar zowel reguliere als biologische producten zijn gewoon veilig in gebruik. Voor je gezondheid is het dus geen must om biologisch te eten. Als je op dierenwelzijn, milieu, klimaat en natuur wil letten, zijn biologische producten een goede keuze!

 

Ik hoop dat je wat hebt aan deze punten. Heb je hier vragen over? Of heb je misschien hele andere vragen over jouw voedingspatroon?! Neem gerust contact met me op!